Nieuws

Na mobiele melkrobot ook hooimelk

mobiele melkrobot, Joost Samsom
Bron foto: Joost Samsom
Samenvatting
  • Onderwerp
    melkrobot, hooimelk
  • Interessant voor
    melkveehouders, adviseurs, beleidsmakers
Bekijk de bronnen
Joost Samsom is samen met zijn zoon Simon biologische melkveehouder in Wilnis. Ze hebben een mobiele melkrobot, een paviljoen en willen overstappen op hooimelk. Groen Kennisnet sprak Joost in de zomer van 2024 over zijn ambities en wensen voor zijn bedrijf.

Toen de oude melkstal aan vervanging toe was, besloot de familie Samsom de koeien liever met een melkrobot te gaan melken, maar doordat de weidegang ook plaatsvond aan de overkant van een drukke weg was het telkens oversteken van de koeien onhaalbaar. Ze bedachten de mobiele melkrobot. De koeien lopen vanaf het voorjaar tot aan de herfst buiten.

Mobiele melkrobot

De mobiele melkrobot bestaat uit twee robots die zijn ingebouwd in een chassis. Hierdoor zijn ze in één geheel te verplaatsen. De melktank en een krachtvoerbulk zijn geplaats in een vrachtwagen aanhanger. ''In de stalperiode staat de robot binnen en in de weideperiode kan de combinatie op een betonplaat buiten staan, zodat de koeien helemaal niet in de stal komen,'' legt Joost uit.

Mobiele melkrobot wordt buiten gezet
Bron foto: Joost Samsom

Ook de vrachtauto om de melk op te halen kan er makkelijk bij. ''Met de RMO (rijdend melkontvangst) planner hebben we het vooraf besproken. Als de tank goed, veilig en schoon te bereiken is, maakt het hem niet uit. Soms moeten de gps-coördinaten opnieuw ingesteld worden. De opstelplaatsen liggen aan de weg, dus hierdoor hoeven we niet te gaan sjouwen met melk of met krachtvoer en kan de RMO chauffeur zelf bij de tank komen.''

Snel gewend

Joost vertelt dat de koeien de melkrobot meteen herkenden toen het in de wei stond. ''De gewenning van buiten melken viel enorm mee. De koeien moesten de eerste keer alleen aan het nieuwe beton wennen, maar de robot herkenden ze direct als de grote vriend die snoep (krachtvoer) uitdeelt en ze stapten er direct in.''

“In de stalperiode staat de robot binnen en in de weideperiode kan de combinatie op een betonplaat buiten staan, zodat de koeien helemaal niet in de stal komen.”

Joost Samsom, 2024
Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat deze video niet getoond kan worden. Vink marketing aan in uw cookie-instellingen en ververs deze pagina om de video te tonen.
Mobiele Melkrobot - Samsom Wilnis vof

Bron: Lely Center Bunschoten

Door weer en wind buiten

Koploper zijn, is niet altijd makkelijk geeft Joost aan. De optimalisatie van de looproutes waren niet eenvoudig te maken en zijn nog steeds in ontwikkeling. De koeien staan de helft van het jaar 24 uur per dag in de wei, welk weertype het ook is. ''De looproutes moeten in orde zijn, en dat waren ze niet. In erg natte perioden werden de looproutes behoorlijk stukgelopen, maar de koeien zelf hadden er geen moeite mee. We hebben wat geprobeerd met houtsnippers en kunstgras, maar dat werkte niet. In Ierland doen ze dat ook, alleen daar is een deel van de ondergrond steen en wij zitten hier op veen.''

Wat Joost vooral opvallend vond dat er enorme kuilen ontstonden. ''De koeien bleven maar in de lager gelegen delen van het kavelpad stappen. Ze doen dat zodat ze niet uitglijden, maar hierdoor werden de kuilen alsmaar groter. Inmiddels hebben we de meeste looppaden verhard, dus dat is geen probleem meer. Als het erg warm en windstil is, zetten we een sproeier in het weiland. De koeien gaan dan in de nevel staan.''

Toch was er in augustus 2024 de keuze gemaakt om de melkrobot binnen te zetten. Door het natte weer was de angst groot dat de kavelpaden kapot gelopen werden. ''Achteraf was het misschien toch niet nodig geweest. Morgen gaat de robot weer naar buiten.'' In de winter staat de robot in de stal met de melktank naast de stal. Er is hierdoor geen tanklokaal in de stal aanwezig.

Hooimelk

Hooimelk is melk van koeien die met een rantsoen van alleen hooi en vers gras zijn gevoerd. De koeien hebben dus geen gefermenteerde voedingsmiddelen als snijmais en kuilvoer gegeten, en daarbij ook geen of minimaal krachtvoer gevoerd gekregen. Daarbij wordt in een Oostenrijk ontwikkelde droogtechniek van het vers gemaaide gras gebruikt waarmee met een extreem korte veldperiode (0 tot 1 dag) volstaan kan worden.

Geur en de vitaliteit van de koeien

Deze werkwijze zorgt voor minimale verliezen, een superkwaliteit ruwvoer met veel hoogwaardig eiwit en gezonde koeien. Er wordt zo een zeer onderscheidend product (‘hooimelk’) met een hoger gehalte aan gezonde vetzuren geproduceerd, waarvoor in Duitsland en Oostenrijk al een sterk groeiende nichemarkt bestaat. 

''Wanneer je een keer in een stal geweest bent waar hooi gevoerd wordt, denk je al gauw: dit wil ik ook,'' aldus Joost. ''De geur en de vitaliteit van de koeien overtuigen je direct. De bewaarverliezen zijn bij hooi stukken lager dan bij kuilgras en met kuilgras kun je soms toch een wat penetrante geur in de stal hebben hangen.''

Lef en doorzettingsvermogen

Er is vooral lef en doorzettingsvermogen nodig om zo’n stap te zetten, vertelt Joost. ''Eerst twijfel je toch of het altijd wel zal lukken om het gras snel genoeg droog te krijgen. Bij een rijkuil speelt dat minder. Droog of nat, zeil erover en klaar. Van de winter zien we wel hoe het eruit komt.''

“Wanneer je een keer in een stal geweest bent waar hooi gevoerd wordt, denk je al gauw: dit wil ik ook.”

Joost Samsom, 2024

''Uiteindelijk zal er wel een meerprijs op de melk gevonden moeten worden om er iets extra’s aan over te houden. In Oostenrijk, Zwitserland en Duitsland is dit al het geval. Bij sommige fabrieken is het voeren van kuilgras niet eens toegestaan vanwege risico’s met boterzuurbacteriën waardoor de kaas mislukt. Hooimelk kent dat risico niet.''

Particulier natuurbeheer en paviljoen

''Toen we met particulier natuurbeheer begonnen, werd medegedeeld dat de jaarlijkse beheersvergoeding bevroren zou worden. Veel mensen zouden dan reageren door er gewoon niet aan te beginnen, maar ik merkte op dat ik dan wel naar een tweede verdienmodel moest zoeken. Op de vraag wat ik me daarbij voorstelde, zei ik dat een koffiehuis of restaurant mij wel wat leek. ‘Met een uitkijktoren’ voegde ik eraan toe. Dat leverde vooral veel gegniffel op en werd niet zo serieus genomen. De provincie had echter zelf een paar jaar eerder een onderzoek laten uitvoeren naar de besteding van de recreant in het Groene Hart. De uitkomst was dat precies ons gebied een blinde vlek vertoonde. We hoorden zelf ook vrij vaak van fietsers of wandelaars of er niet ergens een bak koffie met wat lekkers te vinden was. Dus dat onderzoek heb ik de provincie voorgehouden en gevraagd of ze mijn plan wilde steunen. Het heeft alsnog een kleine vier jaar geduurd voordat we konden bouwen. Maar toen het klaar was wonnen we wel de 2e prijs voor ‘bouwen in het landschap’ bij de provincie Utrecht. En inmiddels wordt het door veel recreanten bezocht en gewaardeerd. De mooie plek in de vrije natuur, het gebouw en niet te vergeten de appeltaart, laat mensen graag nog eens terugkomen in De Grote Sniep.''